Perspectiefwisselingen

Wat ik vaak tegenkom in manuscripten, zijn onbedoelde wisselingen van vertelperspectief. Zo'n (soms maar heel subtiele) perspectiefwisseling kan de lezer even uit het verhaal tikken en als het vaak voorkomt, kan het echt storen.

Let erop dat als je vanuit een bepaald personage schrijft, je alleen kunt schrijven wat dat personage voelt, denkt, ruikt, hoort, weet, ziet, interpreteert. Kortom: je kunt alleen de zintuigen van dat personage gebruiken. Wat achter zijn rug gebeurt of in het hoofd van een ander, weet het personage niet en kun je dus niet vanuit hem vertellen.

Voorbeeld:

'Jij ook altijd met je gezeik!' zei Jan. Diep in zijn hart wist hij wel dat ze er niets aan kon doen, dat ze het moeilijk had en daardoor zichzelf niet was. Maar hij had nu even geen zin om daar rekening mee te houden. 'Stom kind!' Hij draaide zich om en beende weg. Zijn zus stak haar tong uit naar hem uit, wat kon dat joch irritant zijn!

In dit stukje ligt het perspectief bij Jan. Dat kun je zien aan wat hij diep in zijn hart weet, dat is iets dat zijn zus niet kan zien/voelen, dus het perspectief ligt niet bij haar. Dat zijn zus haar tong naar hem uitsteekt, zou hij eventueel nog kunnen zien (niet waarschijnlijk, want hij beent weg), maar daarna komt een gedachte van haar: wat kon dat joch irritant zijn. Jan kan niet zien dat ze dat denkt, ze spreekt het ook niet hardop uit, dus horen doet hij het ook niet. Daar zit dus een perspectiefwisseling van Jan naar zijn zus.

Deze perspectiefwisseling kun je er heel makkelijk uit schrijven:

'Jij ook altijd met je gezeik!' zei Jan. Diep in zijn hart wist hij wel dat ze er niets aan kon doen, dat ze het moeilijk had en daardoor zichzelf niet was. Maar hij had nu even geen zin om daar rekening mee te houden. 'Stom kind!' Hij beende weg en toen hij zich nog even naar zijn zusje omdraaide, zag hij haar uitgestoken tong. Hoofdschuddend liep hij naar de deur. Ze vond hem vast irritant, dat was dan maar zo.

Toch is een perspectiefwisseling zeker niet altijd storend. Als je heel subtiel, heel kort eventjes in het hoofd van een ander personage kan kijken, kan het juist ook een verhaal extra diepte geven. Dus net als bij alle andere schrijfregels geldt ook hier: leer het regeltje, wees je bewust van wat je doet (en waarom je het doet) en zoek dan je eigen weg. Er is maar weinig echt fout bij schrijven.

Wil je graag het verhaal vanuit meerdere perspectieven vertellen, voegt een ander perspectief echt iets toe aan het verhaal, kies dan bijvoorbeeld voor een 'meervoudig personaal perspectief', daarbij wissel je aangekondigd (vaak per hoofdstuk) van perspectief. Ook het inmiddels ietwat ongebruikelijke (maar wel erg interessante!) 'alwetende perspectief' is een manier om vanuit meerdere gezichtspunten een verhaal te vertellen.

Wil je meer weten over de meest voorkomende vertelperspectieven? Meld je dan aan voor de minicursus Vertelperspectieven.