Metaforen
↶Metaforen... Ik vind ze geweldig en gebruik ze graag.
Metaforen zijn vergelijkingen, maar toch worden ze volgens de taaldeskundigen anders geschreven dan een gewone vergelijking.
In een gewone vergelijking staat het woord 'als'. Dus: zo snel als de wind. Of: zo zwart als roet. In een metafoor staat geen 'als'. Maar als ik eerlijk ben, is het niet zo zwart-wit.
In:
'De golven beukten als kanonnen tegen de klif,' zijn de kanonnen een metafoor voor het geweld waarmee de golven tegen de klif beuken. Al denken taalpuristen daar misschien anders over. Maar ja, ik ben geen taalpurist.
Metafoor volgens de experts:
Je bent een zonnetje.
Gewone vergelijking:
Je bent als een zonnetje.
Metafoor:
Het leven is een reis.
Gewone vergelijking:
Het leven is als een reis.
Dus bij een metafoor stel je het object of de persoon (dat wordt ook wel 'de tenor' genoemd) gelijk aan iets anders, bij een vergelijking zeg je dat het onderwerp ergens op lijkt.
Met een metafoor vergelijk je dingen met elkaar die missschien op het eerste gezicht niets of weinig met elkaar te maken hebben. Toch is de vergelijking duidelijk en vooral ook beeldend. Letterlijk en figuurlijk mogen daarbij door elkaar lopen. Een metafoor doet een beroep op de verbeeldingskracht van de lezer en dat vind ik persoonlijk een veel belangrijker criterium dan of er wel/niet het woordje 'als' in de zin staat.
Bij metaforen mag je lekker creatief zijn, maar... de metafoor moet wel logisch zijn en de lezer moet niet uit het verhaal gehaald worden of er lang over moeten nadenken.
Gebruik jij graag metaforen als schrijver en lees je ze graag als lezer?